"Quincy heeft de mensen altijd moeten overtuigen. Of dat nou bij ons was, bij Go Ahead of Ajax: in het begin was er nooit bij iedereen honderd procent vertrouwen"
"Ik zal nooit vergeten dat Quincy nog een paar opdrachten voor school moest inleveren. Als hij dat afrondde was hij klaar"
"Maar daar had hij niet zoveel zin in. Ik vond hem een begenadigde speler, maar hield hem het verhaal van Andrej Rendla voor, die voorbestemd was de top te halen. Tot het moment dat hij zijn kruisband afscheurde. ‘Zorg nou dat je iets achter de hand hebt’, zei ik hem."
"Die opdrachten heeft hij nooit ingeleverd en de school nooit afgemaakt. Die actie typeert hem: Quincy is een fantastische jongen, een brutaaltje, maar dan wel op een leuke manier."
"Ik zie hem nog zo een proefwedstrijd voor ons spelen in de sneeuw bij DOS’37 op een koude winteravond"
"Quincy had met Ajax en Haarlem wat mindere ervaringen achter de rug en ging voor de herkansing. Hij kon ook naar andere clubs, maar zijn moeder had vroeger in de zorg in het oosten van het land gewerkt en zij had het beste gevoel bij ons. Twente vond ze de beste plek voor haar soms nog wat rebelse zoon."
"Dat opboksen tegen al die meningen heeft hem alleen maar sterker gemaakt. Zijn kracht is zijn geloof in zichzelf. In mijn ogen zijn twee dingen cruciaal voor hem geweest: het ene jaar onder Erik ten Hag bij Go Ahead en het feit dat hij daarna bij Twente bij Dusan Tadic in de kleedkamer zat. Hij zag van dichtbij wat de beste speler van de club er allemaal voor over had en voor liet. Toen is het kwartje bij hem definitief gevallen."